11: Inzicht of in-zicht?
Het is inmiddels máánden geleden dat ik aandacht heb besteed aan het schrijven van. Zeker is de gedachte aan het schrijven meerdere malen voorbijgeflitst. Niets leek écht de moeite waard om te beschrijven. En dat terwijl de tijd zeker niet stil stond en er relatief veel gebeurde.
Soms ontbreekt het blijkbaar gewoon aan de energie of het belang.
Afgelopen week veranderde daar iets in.
Na de kerstvakantie vol gezelligheid en fysieke plus mentale uitdagingen, volgde wederom een periode van extreem moe zijn. De vermoeidheid lijkt zich iedere keer in een andere ‘gedaante’ aan te dienen. Bijzonder! Echter blijft de wens, om er zo snel mogelijk weer vanaf te komen, eigenlijk iedere keer onverminderd sterk. Deze wens gaat samen met de wil om weer verder te kunnen en nieuwe paden te ontdekken. Het vertelt mij ook dat er intrinsieke en diepgewortelde verlangen naar rust is. En hoe sterker je ergens naar verlangt, hoe harder je zoekt en hoe liever je het vandaag dan morgen wilt vinden, hoe moeilijker het wordt.
Het gevoel dat er iets mag veranderen groeide groter en groter. Het hoe, wat, waar en waarom? Dat werd in kleine stapjes duidelijk. Ik weet al langer dat ik met regelmaat en liefde te veel hooi op m’n vork neem en mij vervolgens realiseer dat het ook echt veel te veel is. Het eenvoudige gevolg is dan……. heel veel stappen terug.
Mar nu begon er wat anders te knagen. In ieder geval knaagde het op een andere manier en dat zat me echt in de weg. Het besef dat ik, sinds het moment van het infarct, eigenlijk alleen maar bezig met overleven. Ik ben iedere dag en ieder moment van de dag bezig met m’n lichaam en dus gezondheid. Iedere stap, iedere handeling. Dat doe ik dus al 13 jaar lang. Dag in dag uit ben ik bezig met het leren, oefenen, uitvoeren, polijsten, nieuwe wegen verkennen, op mijn muil gaan en weer opstaan. En weer door. Door met leven. Dit alles met slechts 1 wens; vooruitgang! En die heb ik geboekt. Onmiskenbaar. Ik ben dankbaar voor het koppige, eigenwijze, nieuwsgierige en doelgerichte in mij. Ik kan met recht zeggen dat ik een doorzetter ben.
Helaas ken ik ook heel goed de keerzijde. Ik heb nl. In al die jaren de gedachte ontwikkeld dat ik niet mag opgeven. Niet mag falen. Het niet ‘niet goed’ mag doen. Daar vind ik iets van. Ik vind het zwak. Dat wil ik niet zijn. En het gevoel wat bij deze gedachte hoort is dat het nooit (goed) genoeg is. Dit gevoel overheerste de afgelopen periode en stemde mij niet echt blij.
Toen ik, in mijn favoriete podcast Omdenken, wijze opmerkingen beluisterde over ‘opgeven’, was er naast een gevoel van lichte verbazing ook het gevoel van bevrijding. Deze kende ik nog niet. Een heel nieuw inzicht (of kon ik het nu pas zien?).
Dat ‘opgeven’, in sommige situaties veel belangrijker is dan doorzetten was nieuw voor mij. Dat ook dáár lef voor nodig is en zeker geen teken is van zwakte of falen. Dat maakt blij.
Ik voel de passie en de wil om actief te onderzoeken waar de verbeteringen liggen op dit moment niet. Die zoektocht lijkt even op een ander niveau te staan. Het dagelijks terugkerende gevoel dat ik van alles moet (oefenen!), maakt dat ik doorlopend het gevoel heb te falen. Ik kan het even niet meer opbrengen. Ik vind het genoeg. Het is klaar voor nu. Ik heb er geen zin meer in. De keuze voor een andere afslag is gemaakt.
Ik blijf sommige therapeuten de komende periode graag met regelmaat ontmoeten. Om met een zekere rust, nieuwsgierigheid en enthousiasme in beweging te blijven. Deze contacten zijn en blijven voor mij waardevol en voedend. Huiswerk schaf ik voorlopig af. De agenda mag zich vullen met andere zaken. Met het voorjaar in zicht kijk ik met een blij en vrij gevoel uit naar datgene wat er op mijn pad komt. Om datgene te doen waar ik op dat moment zin in heb. Om te genieten.
Ieneke